Van de vrijstelling zijn uitgesloten:
a) vervoermiddelen die niet het karakter bezitten van productiemiddelen of middelen in het kader van dienstverlening;
b) voorraden van ongeacht welke aard, bestemd voor menselijk verbruik of voor voeding van dieren;
c) brandstoffen en voorraden grondstoffen, eindproducten of halffabrikaten;
d) vee dat in het bezit is van veekooplieden.